2005 Indonesië (Sulawesi) en Singapore

5 juli 2005 is het dan eindelijk zover, onze vakantie naar Sulawesi. Om 11:50 uur vertrekken we met Singapore Airlines vanaf Schiphol naar Singapore waar we de volgende dag om 06:15 uur aankomen. Vervolgens vliegen we om 09:25 uur met Silk Air verder naar Manado waar we rond 13:00 uur landen. We hebben een hele goede vlucht, vooral het eerste stuk met Singapore Airlines. Hier hebben we ruime stoelen en wat ons zeer goed bevalt zijn de tv-schermpjes bij iedere stoel. Aan iedere stoel zit een afstandsbediening waarmee we kunnen kiezen uit ongeveer 50 films die je kunt starten wanneer je maar wil. We kunnen ook computerspelletjes doen en zelfs een talencursus volgen. Het eten aan boord is ook erg goed. Op deze manier gaat een lange reis toch erg snel.

Onze eerste accommodatie is Divers Lodge op Lembeh Island. Dit is een “resort” met wel vijf hutjes bij een van de mooiste duiklocaties ter wereld. Doordat hier veel vulkanen zijn is het zand hier zwart, dus ook onderwater. Verder komen hier vissen voor die je nergens anders kunt vinden.

Op 16 juli verhuizen we naar het Santika Hotel bij Manado. Dit is een heel compleet hotel met zwembad. Ook hier kun je fantastisch duiken.

Als het duiken op Sulawesi er voor ons weer op zit, vertrekken we op 27 juli naar Singapore. Omdat we een erg lange overstaptijd zouden hebben, hebben we ervoor gekozen om 2 nachten in Singapore door te brengen. We verblijven in het Grand Copthorne Waterfront Hotel.

29 juli is het helaas weer tijd om terug te gaan naar regenachtig Nederland waar we 30 juli om 06:35 uur landen.

Noord Sulawesi en dan met name Lembeh vonden wij echt een paradijs voor duikers, zeker als je houdt van slakken, raar spul en onderwaterfotografie. Wij hebben weer een supervakantie gehad. Hopelijk hebben we nog eens genoeg geld om terug te gaan.

NOORD-SULAWESI – LEMBEH STRAIT – DIVERS LODGE

Voordat we deze vakantie boekten hadden we al veel verhalen gehoord over Lembeh Strait. Ook viel het ons op dat bijna alle bijzondere onderwaterfoto’s hier gemaakt waren. Het is dan ook wel duidelijk waarom een duikvakantie naar Sulawesi bovenaan ons wensenlijstje van vakantiebestemmingen stond.

Lembeh Strait ligt in het noordoosten van Sulawesi (vroeger Celebes), zo’n 70 kilometer van Manado.

We logeren bij Divers Lodge, welke gerund wordt door de Nederlander Rob Sinke. Het resort ligt op de zuidwest punt van het eiland Lembeh, direct aan Lembeh-Strait. Het is slechts een uur rijden vanaf de luchthaven en dan 15 minuten met de boot vanuit Bitung. Iemand van Divers Lodge haalt ons op vanaf de luchthaven, dus dat is allemaal goed geregeld.

Het resort bestaat uit 5 huisjes en een restaurant, welke eigenlijk meer op een woonkamer lijkt. Vanuit het restaurant is er een prachtig uitzicht over Lembeh Strait en de vulkaan op het vaste land. Het eten hier is heel lekker. We krijgen veel Indonesische gerechten (zelfs nasi als ontbijt), dus dan is het al snel goed.

We vinden het resort erg huiselijk. Dit komt ook een beetje door de katten die de hele avond bij je op schoot liggen te slapen. We vinden het erg gezellig dat we met alle gasten en Rob en Linda tegelijk eten. Aansluitend blijft iedereen hangen in de “woonkamer” met een frisje of Bintang (biertje) om duiktijdschriften te lezen of om elkaars foto’s op de televisie te bewonderen.

Je hebt veel privacy, want vanuit je huisje kun je de andere huisjes nauwelijks zien. Vanuit ons huisje hebben we een prachtig uitzicht op een baai en een palmenbos. We kunnen hier jammer genoeg niet in zwemmen, want het is de verblijfplaats van de Portugese oorlogsschepen, zeer gevaarlijke kwallen.

De huisjes zijn eenvoudig ingericht, maar heel netjes en schoon. We hebben hier gelukkig een douche met warm water. We moeten wel een beetje wennen aan het toilet. De toiletpot is een zelfde zoals we die in Nederland hebben, alleen de doortrekker ontbreekt. We moeten alles doorspoelen door een emmertje water in de pot leeg te gooien. Dat kan met een goede Nederlandse grote boodschap toch wel eens problemen opleveren. Het schuine dak boven het toilet is aan de zijkanten niet dichtgemaakt. Hierdoor lijkt het toilet af en toe wel een dierentuin met alle muggen en gekko’s. Eén keer zit er zelfs een enorm grote spin tegenover de wc. Erg fijn, een toilet in de rimboe!

‘s Avonds als we eindelijk in bed liggen, weten we niet wat we horen. We horen gekrijs en een heel hard klikkend geluid. Als we uit het raam kijken zien we geen dieren buiten. De volgende dag horen we van Rob dat het klikkende geluid van een Tjecak komt. Dat is een klein salamandertje van nauwelijks tien centimeter dat tegen plafonds jaagt naar insecten. We hebben deze beestjes al wel gezien, maar tijdens eerdere vakanties hebben we ze nooit gehoord.

Tijdens ons verblijf in Lembeh is er een benzinecrisis, erg bijzonder als je weet dan Indonesië eigen olievelden heeft. Er wordt geen benzine geleverd en dat veroorzaakt veel problemen: de generator draait op benzine, de boten varen op benzine, de auto etc. Gelukkig kunnen Rob en Linda telkens weer ergens aan benzine komen. Soms staan ze hiervoor bijna een hele dag in een rij te wachten. Wij ondervinden er dus niet zoveel hinder van. Het enige wat wij merken is dat we ‘s nacht niet altijd stroom hebben en dus geen ventilator kunnen laten draaien.

Tijdens ons verblijf gaat de Divemaster Andris trouwen. Ook alle gasten van Divers Lodge zijn uitgenodigd. Het is erg leuk om dit mee te maken. Zo’n bruiloftsfeest is toch wel heel anders dan wat wij gewend zijn.


Duiken in Lembeh

Je kunt in Indonesië het hele jaar door duiken, maar april tot en met september zijn de beste maanden. In deze periode is er de minste kans op regen en er is dan ook minder wind. De watertemperatuur schommelt tussen de 26 en 29 °C (iets koeler dan bij de Bunaken) en boven water is de gemiddelde temperatuur ongeveer 30 °C.

Lembeh is de place to be voor muckdiving en macrofotografie. Lembeh zelf is vooral bekend vanwege de bijzondere dieren die je er kunt vinden. Als je een foto ziet van een Pygmy seahorse of een Hairy frogfish (Harige hengelaarsvis) is deze bijna altijd hier gemaakt. In de straat van Lembeh vind je ongeveer 30 duikstekken, inclusief een paar wrakken. Voor de duikfoto’s hebben we een aparte pagina gemaakt.

Tijdens de meeste duiken in Lembeh duik je boven een zwarte zandbodem met aardig wat afval. De eerste minuten vragen we ons af hoe al die mensen aan die enthousiaste verhalen over duiken in Lembeh komen. Het zicht is niet al te best (10 m) en we zien alleen maar zand. Voor ons is het heel erg vergelijkbaar met Oostvoorne op een goede dag. Maar als de gids ons na 5 minuten op een Frogfish wijst die tussen wat afval en zeewier verstopt zit, zijn we helemaal gelukkig.

Naast de duiken op het zwarte vulkaanzand zijn er ook duikstekken waar je wel allerlei soorten koraal kunt vinden, maar de wanden en kleurige koralen zoals bij de Bunaken vind je hier niet. Ook zijn er een aantal wrakken waar je naar toe kunt duiken. Wat ons opvalt in Lembeh is de grote hoeveelheid afval dat door de lokale bevolking in het water gedumpt is.

Wij vinden het duiken in Lembeh echt heel bijzonder. Iedere duik zien we wel weer wat anders in het zwarte zand. We hebben nog nooit zoveel verschillende soorten Frogfish (Hengelaarsvis), Ghostpipefish (Spookfluitvis), zeepaardjes en naaktslakken gezien. Ook heel bijzonder zijn de Mandarinfishes waarvoor we tijdens een nachtduik ruim een half uur stil op de bodem liggen totdat ze eindelijk tevoorschijn komen. Ook zien we eindelijk de Smashing mantis shrimp.

We zien in Lembeh eigenlijk weinig grote vissen, maar dat komt waarschijnlijk omdat we met onze neus op de bodem liggen en niet echt om ons heen kijken.

Het zicht vinden we matig, gemiddeld 10 meter, maar als je toch alleen maar de bodem bestudeert heb je ook geen zicht van 30 meter nodig.

De duiken bij Divers Lodge zijn heel goed geregeld. De boot is goed en vooral de duikgidsen Samuel en Andris zijn zeer ervaren duikgidsen. Hun ogen zijn zo goed dat ze zelfs slakjes en zeepaardjes van een halve centimeter groot vinden. Elk buddypaar krijgt standaard een eigen Indonesische duikgids mee. We kunnen de duikgids vertellen wat we graag willen zien en hij wijst het aan onder water. In de tijd dat wij een paar foto’s maken, hangt de gids al weer geduldig te wachten bij het volgende te fotograferen visje of slakje. Doordat je altijd met z’n tweeën met de gids duikt hoef je ook geen rekening te houden met andere duikers en heb je alle tijd voor de foto’s. Zelf wagen we ook een poging om een Hairy frogfish te vinden, maar we zwemmen er zo voorbij. We kunnen dus eigenlijk niet zonder deze goede gidsen. Tussen de duiken door is er altijd een lunch op de boot, eenvoudig maar lekker.

Activiteiten naast het duiken

Omdat we meer van Indonesië willen zien dan alleen het onderwaterleven, hebben we een bezoek gebracht aan het Tangkoko National Forest. We kunnen dit heel goed combineren met de transfer naar onze volgende accommodatie. Om 05:30 uur worden we verwacht voor het ontbijt en om 6:30 uur vertrekken we met de boot naar Bitung. Nadat al onze bagage in een auto gepropt is, beginnen we aan de ongeveer 1 uur durende reis over slingerweggetjes dwars door de bergen. Al snel zijn we kotsmisselijk, want echt een goede rijder is onze chauffeur niet.

Het Tangkoko-Dua Sausara-Batu Angus Reservaat, kortweg Tangkoko, is gelegen op de noordoost punt van het noordelijke schiereiland van Sulawesi. Het is een beschermd natuurgebied van ongeveer 8800 hectare, gelegen in het Minahasa hoogland.

We gaan naar Tangkoko om de apen te zien. De eerste zien we al na 10 minuten. We kunnen heel dicht bij een groep zwarte apen komen, de zwarte Kuifmakaak. De groep bestaat uit zeker 20 apen. Het is heel bijzonder om deze in het wild te zien en dan zo dichtbij.

We hebben ook nog het geluk dat we een Tarciusaapje zien. Dit is eigenlijk geen aap maar een spookdiertje. Ze slapen overdag normaal in holle bomen, maar nu slaapt er een aan de buitenkant van de boom.

Verder zien we nog 2 Toekans, hoog in een boom.

Onze gids probeert ons ook wat kennis bij te brengen over de andere verschillende vogels en insecten, maar dat is vandaag niet echt aan ons besteed. Het is stikheet en nadat we de apen gezien hebben, hebben we meer interesse in wat verkoeling. Er schijnt ook nog Koeskoes, boomkangoeroe, te zitten maar die zien we niet.

Noord-Sulawesi, met name Lembeh is een paradijs voor duikers, zeker voor diegene die houden van klein raar spul en voor onderwaterfotografen. Wij hebben er genoten, en aangezien we nog lang niet alle duikstekken bij Lembeh bezocht hebben gaan we hier zeker nog een keer terug.

NOORD-SULAWESI – MANADO – SANTIKA HOTEL

Het tweede deel van onze vakantie op Sulawesi verblijven we in het Santika Hotel, ten noorden van Manado. Dit hotel heeft 2 restaurants, 2 zwembaden met poolbars en een erg mooi aangelegde tuin. Het Santika Hotel heeft hotelkamers en bungalows. Wij verblijven hier in een bungalow en vanuit deze bungalow hebben we uitzicht op zee en op Bunaken eiland. Het is een stuk luxer dan bij Divers Lodge. We hebben hier tv op de kamer, toilet MET doortrekker, een airco (dus geen muggen), een ligbad, een kingsize bed en een koelkast. We zijn vooral erg blij met de dichte muren rondom het toilet. We hoeven de wc dit keer dus niet te delen met enge spinnen.

Het eten hier is prima. ‘s Ochtends is er een ontbijtbuffet en ‘s avonds kunnen we a la carte eten. We vinden het wel een beetje jammer dat er niet zoveel keuze is in de Indonesische gerechten. Nasi bij het ontbijt is veel lekkerder dan donuts, cornflakes, spek, worst en een beetje rijst.

Als wij er zijn is het erg rustig in het hotel. Er zijn weinig gasten en het gebeurt hierdoor vaak dat we ‘s avonds bij de bar helemaal alleen zitten. Het avondeten laten veel gasten naar hun kamer brengen dus ook in het restaurant hebben we plek genoeg.

Bij het Santika Hotel is de duikschool Thalassa gevestigd, welke wordt gerund door de Nederlandse Simone Gerritsen. Ook hier is alles weer goed geregeld.

Doordat het hotel op het vaste land van Sulawesi ligt, is het mogelijk om met een taxi naar het centrum van Manado te gaan. Dit kost maximaal 60.000 Rupiah al vragen de taxichauffeurs vaak meer. Moet je meer betalen dan ben je afgezet door de taxichauffeur. Dagelijks om 17:00 uur vertrekt er een gratis pendelbus vanaf het hotel naar het centrum van Manado. Een laatste optie is vervoer in de vorm van een public car, de blauwe busjes waarvan je duizenden ziet rijden. Simone adviseert ons om dit niet te proberen. Om naar Manado te gaan moet je onderweg overstappen en dat is niet altijd even logisch. Het is goed uit te houden in het Matahari winkelcentrum in Manado door de goede airco. Hier vind je leuke en moderne winkeltjes.

Wat ons al snel opvalt is dat het weer bij Manado altijd slechter is dan bij Lembeh. De mensen die werken in het hotel vertellen ons dat het slechte weer door de bergen wordt tegen gehouden. Hierdoor is er richting Lembeh meer zon en bij Manado meer regen. Als wij er zijn is er vaak bewolking en we er vallen ook een paar tropische regenbuien. Er is dus ook genoeg regen in het droge seizoen. We zijn benieuwd hoe het hier is in het regenseizoen.

Activiteiten naast het duiken

Omdat Sulawesi naast de mooie onderwaterwereld nog meer te bieden heeft, hebben we ook twee dagen een land-excursies gedaan, de Minahasa Highland Tour. Tijdens deze excursies hebben we bijna alle bezienswaardigheden van Noord-Sulawesi gezien. We hebben alles via Thalassa geregeld. We kregen een privé-chauffeur mee die tevens onze gids was. Deze chauffeur reed veel beter dan degene die vanuit Divers Lodge met ons meeging naar Tangkoko. De gids wist ook heel veel te vertellen over Sulawesi zelf.

De eerste excursiedag begon met een bezoekje aan de traditionele markt in Tomohon. Om hier te komen reden we vanuit Manado dwars door de bergen met vele mooie uitzichten. De markt begon heel leuk met wat specerijen en wat groente. Daarna werd het echt enorm ranzig. Ze verkochten op deze markt vleermuis en hond, de traditionele gerechten uit het Minahasa gebied. Toen wij langs liepen werden er net een paar vleermuizen verkocht. Ze werden met een haak levend uit een grote kooi gehaald en vervolgens werden de hersenen ingeslagen. De vleermuizen gilden enorm hard toen dit gebeurde. Een stukje verderop stonden grote kooien met honden waarvan er al een aantal geroosterd bij een marktkraam lagen. Doordat alle dieren daar ter plaatse geslacht werden liepen we overal door het bloed. Tussen al dat bloed zaten de marktverkopers rustig een bordje nasi te eten. Dit alles was echt misselijkmakend en zeker niet aan te raden om te bekijken op je nuchtere maag.

Na de markt gingen we naar de Mahawu-vulkaan. Onderweg lagen er op straat vele kleden met kruidnagel. De mensen lieten de kruidnagel drogen in de zon.

De Mahawu-vulkaan in Tomohon is ongeveer 1310 meter hoog. Het is een niet-actieve vulkaan van waar je een heel mooi uitzicht hebt over Noord-Sulawesi. We konden zelfs Lembeh, de baai van Manado en de Bunaken zien liggen. De klim naar de top van de vulkaan ging over een smal, dichtbegroeid pad. De klim duurde ongeveer 45 minuten, een goede manier om de vakantiecalorieën te verbranden.

Op de terugweg kwamen we een man met z’n hond tegen. Ze waren opzoek naar iets dus we bleven even staan om te kijken. Het bleek dat de man een rat had gezien. Toen deze eindelijk gevangen was vertelde de gids dat dit het avondeten van deze man was. Ze eten hier dus ook rat.

Na afloop reden we naar een restaurantje voor de lunch. Onderweg reden we langs rijstvelden. Wij dachten dat rijstvelden herkenbaar waren aan een trapsgewijs veld, maar onze gids vertelde dat dit voornamelijk in Bali voorkwam. Hier was het dus zo vlak als een grasveld. Hij zou ons later naar een trapsgewijs rijstveld brengen, want er was er een in de buurt.

De lunch hebben we genuttigd in een restaurantje aan het Tandanomeer. De eetlust van Mascha was echt weg na het bezoek aan de markt. Ze werd al misselijk toen ze de kip van Dave rook. We hebben beiden de rest van de vakantie bijna geen vlees meer gegeten, alleen een hamburger smaakte nog. Nu maar hopen dat daar geen hond in zat. In het restaurantje was live-muziek. Er stond een zanger met een keyboard. De zanger kon vooral hard zingen, erg sfeervol dus.

Op de terugweg hebben we een bezoekje gebracht aan het Sawang Ancient Park geweest. Hier zijn Waruga graven te zien, waarvan de eerste gemaakt zijn in de 9e eeuw. Op deze begraafplaats dateerden de meeste uit de periode rond 1800. De mensen werden toen boven de grond in een zittende houding in deze graven gezet. Bij deze begraafplaats hoort ook een museumpje waar echt niets bijzonders te vinden was.

Ook zijn we bij de Japanse grotten geweest. Deze grotten zijn gebouwd in de Tweede Wereldoorlog en werden voornamelijk gebruikt als opslagruimte van wapens. Nu was er niet meer te zien dan een donkere doodlopende tunnels.

De tweede excursie begon bij de begraafplaats voor Nationale Helden. Hier stond een heel mooi gebouw in de Sumatraanse bouwstijl. Vervolgens gingen we naar de Kali-waterval. Na ongeveer 40 minuten lopen over een deels glad pad met veel trappetjes kwamen we bij de twee watervallen die ongeveer 60 meter hoger begonnen. We vonden ze nu al aardig groot en konden ons moeilijk voorstelen hoe groot ze zullen zijn in het regenseizoen. Het was nu in ieder geval een heerlijke verkoeling om in de nevel van de vulkaan te staan

Onze reis ging verder naar Waloan, een plaatsje waar de traditionele Minahasa-woningen (rumah adat) gebouwd worden. Als zo’n huis gekocht wordt, wordt het weer afgebroken en op het stuk land van de eigenaar opnieuw opgebouwd. De huizen zijn erg goedkoop. Een kleintje kost slechts 16 miljoen Rupiah en een grote 48 miljoen.

Het is wel een raar gezicht als je door het dorp rijdt. Er staan bewoonde huizen en voor deze huizen worden woningen voor andere dorpen gebouwd.

Onderweg naar Lake Linow kwamen we dan toch langs de trapsgewijs opgebouwde rijstvelden. Het water van Lake Linow was groen gekleurd door al het zwavel in het water. Toen we verder reden zagen we rook uit de berm komen. Dit was een kleine geiser. Uit de grond kwam kokend water en je kon de zwavel hier heel goed ruiken.

Na de lunch zijn we naar Karumenga gereden. Hier was midden in het dorp een grote warmwater bron te vinden. De mensen zeggen dat het heel gezond is om in dit water te baden. De lokale bevolking tapt water af om te douchen en direct naast de bron was iemand eieren aan het koken in het hete water.

Als afsluiting van deze excursie gingen we naar het pottenbakkersdorpje Pulutan, waar bijna alle inwoners grote potten maken.

SINGAPORE

De laatste 2 nachten van onze vakantie hebben we doorgebracht in Singapore.

Woensdag 27 juli

Na een vlucht van ongeveer 3½ uur vanuit Manado (Sulawesi) kwamen we aan op de luchthaven van Singapore. Toen we bij de bagageband kwamen werd onze bagage net weer afgevoerd. De bagage was dus sneller bij de band dan wijzelf. Dat hadden we nog niet eerder meegemaakt.

We hadden van tevoren een Singapore Stop-over pakket geboekt waar het hotel en de transfer al bij inbegrepen zat. We moesten ons melden bij de Singapore stopover-balie. Ook hier ging alles weer heel snel. We werden met een bus naar ons hotel gebracht. Wat ons onderweg al direct opviel was hoe schoon Singapore is, zeker als je dit vergelijkt met Sulawesi. Ook zagen we hier eindelijk weer verkeersborden. Deze ontbraken op Sulawesi.

Het hotel, Grand Copthorne Waterfront Hotel zag er heel goed uit. We hadden een kamer op de 20e etage met uitzicht op de Singapore River en de wolkenkrabbers.

Nadat we snel wat hadden uitgepakt zijn we op zoek gegaan naar een leuk restaurantje. We hadden in een boekje gelezen dat er leuke restaurantjes zitten aan Boat Quay. Dit bleek op ongeveer 15 minuten lopen van ons hotel te zijn. Na vele restaurantjes voorbijgelopen te zijn omdat de obers ons naar binnen probeerden te trekken, hebben we gegeten bij een leuk Mexicaans restaurantje. Na de honden en vleermuizen op de markt in Sulawesi hadden we geen trek in een Aziatisch gerecht met vlees.

Na het eten hebben we een leuke wandeling gemaakt langs de Singapore River. Het was hier ontzettend druk door de vele restaurantjes en terrasjes, echt gezellig. Het uitzicht leek hier een beetje op een combinatie van de Amsterdamse wallen en New York. Boat Quay bestaat uit oude grachtenpanden met veel neonreclame, net als de wallen. Daarachter staan enorme wolkenkrabbers, net als in New York.

Toen we op de kade langs de Singapore River van het uitzicht stonden te genieten op Boat Quay en de wolkenkrabbers, heeft Dave aan Mascha gevraagd om met hem te trouwen. Mascha heeft natuurlijk “ja” gezegd. Hoewel we het er al vaak over hadden gehad kwam het voor Mascha toch geheel onverwachts. Om het te vieren hebben we maar een overheerlijke cocktail gedronken bij de bar Iguana.

Donderdag 28 juli

Na een heerlijk ontbijt hebben we onze Jeruzalem Nikes aangetrokken en voor ons gevoel heel Singapore doorgelopen. We zijn eerst naar Chinatown gelopen, vervolgens met de gratis Hop-on bus naar Orchard Road om te shoppen en van daaruit zijn we weer teruggelopen naar het hotel.

In Chinatown gingen we als eerste op zoek naar de Sri Mariamman Temple. Deze hindoetempel is midden in Chinatown is gebouwd. Op de gopuram (toren) van de tempel zijn vele Zuid-Indiase beelden geplaatst. Daarna brachten we een bezoek aan de vele  hele kleine winkeltjes. Het ziet er allemaal heel verzorgd uit en dat is nu hetgeen wat wij niet verwacht hadden van Chinatown. Alle winkeltjes zijn felle kleuren geverfd.

Vervolgens gingen we naar Orchard Road. Dit is de enige, echte winkelstraat van Singapore. Orchard Road is een dure winkelstraat waar je allemaal shopping malls vindt. Toen wij er waren was er Midsummer Sale wat alles een beetje betaalbaarder maakt.

‘s Avonds hebben we meegedaan aan een Nightsafari. Deze safari vindt alleen ‘s avonds plaats in een speciaal daarvoor aangelegde dierentuin. Je rijdt in toeristentreintjes tussen de dieren. In veel gevallen zit er geen hek of water tussen de trein en de dieren. Ze komen dus heel dichtbij. Vervolgens kon je zelf ook nog door de dierentuin lopen. Wij dachten dat het handig was om dit georganiseerd te doen met het Singapore stop-over pakket, maar dat is niet aan te raden. Twee uur nadat we waren opgehaald arriveerden we pas in het park en 2 uur later moesten we al weer verzamelen. We hadden nog wel langer willen blijven.

Vrijdag 29 juli

Onze laatste vakantiedag is helaas aangebroken. We begonnen met een gratis boottochtje over de Singapore River richting de Marina en weer terug. We kwamen langs Boat en Clark Quay, het Fullerton Hotel, de Theatres on the Bay en in de Marina bij het beeld van de Merlion (symbool van Singapore).

Daarna zijn we in de gratis Hop-on bus gestapt op weg naar Little India. Ook hier vonden we vele winkeltjes en een enorm warenhuis met 6 etages elektronica. Helaas hadden we niks nodig. Als afsluiting van de dag hebben we nog een terrasje gepakt. Vervolgens was het tijd om naar de luchthaven te gaan voor onze terugreis.